5 tips voor een goede achterbanraadpleging

Bij een achterbanraadpleging vraag je je achterban, de mensen die je vertegenwoordigt, wat hun ervaringen, wensen, ideeën en behoeften zijn. Dat helpt je om als organisatie te doen wat jouw achterban nodig heeft. Hoe pak je dat aan? Lees de 5 tips.

De leden, donateurs, mensen met de aandoening die je organisatie vertegenwoordigt, weten als geen ander wat er speelt en waar behoefte aan is. Door je achterban te raadplegen krijg je informatie voor:

  • wat anders of beter kan in de zorg of in de eigen organisatie
  • je overleg met samenwerkingspartijen over betere kwaliteit van zorg en leven
  • je optreden als patiëntenvertegenwoordiger – zodat je namens een grotere groep spreekt
  • je meerjarenbeleidsplan
  • activiteiten die zoveel mogelijk impact hebben voor je achterban

Maar hoe haal je die informatie boven tafel? Door het de mensen om wie het gaat ernaar te vragen. Dat doe je als volgt:

1. Formuleer je doel en onderzoeksvraag

Waarom wil je je achterban bevragen? Wat hoop je ermee te bereiken? En op welke vraag wil je een duidelijk antwoord? Beantwoord deze vragen alvast voor jezelf. Wil je de uitkomsten gebruiken voor verdere ontwikkeling van je organisatie? Of wil je ze gebruiken als input voor participatietrajecten? Of wil je ze voor beide gebruiken?

Die kennis geeft je niet alleen focus en structuur, maar ook houvast om met reden privacygevoelige informatie op te halen. Het helpt je ook bij keuzes in wat je wel én niet gaat vragen.

2. Gebruik een onderzoeksmethode die past bij je doelgroep

Je kunt op veel manieren een raadpleging doen, maar niet elke manier is voor elke doelgroep geschikt. Bepaal daarom eerst wie je wilt bereiken, en of die groep kenmerken heeft waar je rekening mee moet houden.

Denk hierbij aan: wel of niet digitaal, mondeling of schriftelijk, individueel of in een groep? Ook combinaties zijn mogelijk, zeker als je te maken hebt met een gevarieerde doelgroep. Enkele veelgebruikte vormen zijn bijvoorbeeld een enquête, online dialoog, focusgroep of een panel. In een andere blog lees je meer over de verschillende methoden achterbanraadpleging.

3. Zorg voor een brede raadpleging

Denk goed na over wie je nodig hebt om goede antwoorden op je vragen te krijgen. Benader je alleen de leden of donateurs, of bevraag je een bredere groep mensen? Vaak loont het om je niet alleen te richten op je eigen achterban. Wees creatief in het benaderen van mensen die je nog niet kent. Waar kom je die tegen, in een wachtkamer, via je vriendenkring, bij bepaalde zorgverleners, of misschien wel in de bibliotheek of een andere openbare ontmoetingsplek in de buurt?

4. Gebruik de uitkomsten die je hebt opgehaald

Na je raadpleging heb je veel waardevolle informatie. Zorg dat die informatie ook echt wordt gebruikt bij het maken en uitvoeren van nieuwe plannen. Zorg ook dat de genoemde behoeftes een plek krijgen. Het is goed om de uitkomsten na verloop van tijd weer eens te bekijken en je af te vragen: sluiten onze activiteiten nog steeds aan op de wensen en behoeften uit de raadpleging?

5. Geef deelnemers een terugkoppeling

Deelnemers zijn waarschijnlijk net zo benieuwd naar de uitkomsten van de raadpleging als jij. Deel de uitkomsten met hen en laat ook weten wat je ermee gaat doen. Dit vergroot hun verbondenheid met de organisatie en ze voelen zich gehoord. Deelnemers zijn dan ook eerder bereid om een volgende keer weer mee te werken.

Meer weten?

Neem contact op met Caroline Donner, adviseur achterbanraadpleging
Contact